donderdag 18 februari 2010

Deel 4: Je vindt een organisator

Ons bal van 20/08/1861 vond plaats ter gelegenheid van de Kunstfeesten van dat jaar en werd ‘aangeboden’ door de Stad Antwerpen. Het verbaast daarom ook niet dat er zich in het Stadsarchief van Antwerpen informatie bevond die verband hield met de organisatie van het feest. Met name het archieffonds MA#1099 dat alle informatie over de gemeentefeesten bevat, netjes geklasseerd per jaar, bleek een interessante bron. Zo bleek er een heuse commissie te zijn samengeroepen die het bal moest organiseren. De leden van deze commissie waren:

Président: M. O. Günther
Secrétaire : M. A de Boe
Membres : C.H. Schäfer, G. Guffens, J. Jorsen G. D’Hanis, G. Pauwels, H. De Vries.
Note: les membres de cette commission porteront comme signe distinctif un nœud bleu & blanc.

Verdere nota’s of rekeningen over de gehele organisatie ontbreken helaas, waardoor het onmogelijk is om meer in detail te kunnen vertellen over de gang van zaken en de bekommernissen van deze heren. Het laatste zinnetje echter, geeft aan dat de leden wellicht ook een functie hadden tijdens het bal zelf. Welke functie dat was weten we uiteraard niet voor 100% zeker, maar het zou ons niet verbazen indien dit niet de fameuze balcommissarissen zouden zijn. Een balcommissaris was de noodzakelijke ‘go between’ tussen de dansers en de orkestleider. Aangezien het orkest enkele meters boven de dansvloer stond opgesteld moest er iemand praktisch gesproken voor zorgen dat er een signaal vertrok van op de dansvloer naar boven dat de dansers klaar stonden voor de dans. Dit was vooral van belang bij de quadrilles waar er in formatie werd gedanst, maar ook bij walsen en polka’s vertrok men graag gelijk met de muziek en allemaal te samen. Om dit plaatje helemaal te doen kloppen liet de arrangeur van dansmuziek de echte start van de muziek, steeds vooraf gaan door een ‘openingszin’ die de dansers alvast vertrouwd maakte met de stemming en het ritme van de dans die volgde. Wie de walsen van Strauss kent, is vertrouwd met dit fenomeen, maar je zult het ook altijd aantreffen bij andere dansmuziek uit dezelfde periode.

Om de balcommissarissen herkenbaar te maken droegen zij dus een zeer zichtbaar insigne. Het merkwaardigste van al is natuurlijk dat een paar van deze wit-blauwe knopen waarover sprake ook werkelijk werden bewaard. (Met dank aan het Stadsarchief Antwerpen, MA#3158)

maandag 15 februari 2010

’t Is deze week Carnaval

Een vrijwel uitgestorven traditie voorwaar, enige ‘hotspots’ als Aalst, Ronse en de dorpen aan de Maaskant niet te nagesproken. Ooit was het anders. Tot aan de eerste wereldoorlog was Carnaval een vast en uitbundig gegeven in alle steden en dorpen van onze gewesten. Het begin van de vasten vieren met een vleesfeest. Meer traditioneel kun vermoedelijk je niet gaan voor onze cultuur. En bals hoorden bij carnaval zoals stroop bij wafels. Bal Masqués natuurlijk, met alle burleske taferelen van dien. Die traditie is helaas ook in de laatste hotspots tanende. Het verwordt allemaal nogal snel tot een ordinaire fuif met een platenboer achter stapels bakken en boxen. Het hele gemeenschapsvormende gebeuren waarbij de locale harmonie of ten minste een paar goeie muzikanten daaruit het bal ‘trokken’, er ook vrolijk en uitgebreid werd getafeld alvorens het benenwerk aan te vatten, het ritueel van weken op voorhand aan de naaimachine je eigenste ‘pronkkostuum’ bij elkaar te stikken, enz. Het is jammer dat precies dat verloren is gegaan. Maar ja, willen we dan ook opnieuw katholiek worden om opnieuw te kunnen te vasten? Met onze huidige, door CO2 beslommeringen ingegeven, hang naar vegetarisme is zelfs dat geen optie meer, want dat doen we dus al het hele jaar lang. En zo is het altijd wat. O, Tempora, O, Mores! Vier ze! (Met dank aan het Museum Vleeshuis voor het beeldgebruik)

woensdag 10 februari 2010

Opernball in Wenen 2010

Op 11 februari 2010 vindt in Wenen het wereldberoemde operabal plaats. Dit bal is één van de enige overgebleven die nog steeds bij traditie plaats vindt in het operagebouw zelf. Hiervoor wordt de hele parterre met een balvloer op stellingen dichtgelegd, net zozeer als de orkestbak en de scène. Het is zeker niet het bal met langste traditie in Wenen, aangezien het, met veel onderbrekingen, pas sinds 1877 plaatsvindt en pas onder de naam Opernball sinds 1935, maar het is ondertussen wel uitgegroeid tot het meest prestigieuze evenement in zijn soort. Het is bovendien een echt debutantenbal, waarvoor er uiterst streng wordt geselecteerd. Dat gebeurt om te beginnen door je in te schrijven bij dansscholen Erlmayer of Mühlsiegel. Vervolgens worden er ‘voordans sessies’ gehouden en uiteindelijk krijg je de bevestiging of je erbij bent of niet. Dat was ten minste zo tot verleden jaar, toen men besloot om ieder jaar de opdracht van de openingsceremonie uit te besteden aan een andere dansschool, eventueel ook van buiten Wenen. Wie al eens een virtueel kijkje wil gaan nemen kan hier terecht. Wie het geluk heeft de Oostenrijkse TV (ORF) te ontvangen of de Bayerische Rundfunk (BRF) kan het hele spektakel live meemaken mét kundige commentaren. Auf Deutsch, natürlich!

woensdag 3 februari 2010

Traditie in levende lijve...

Vandaag een 'once-in-a-lifetime' ervaring beleefd. Als onderzoeker naar sociale danscultuur uit het verleden mag je in principe niets uitsluiten. Maar wat te denken van een ontmoeting met een dansmuzikant die in zijn jeugd nog actief een dansrepertoire van een eeuw oud en ouder beoefende? Men beweerde altijd dat die mensen niet meer bestonden, lang onder de zoden lagen, al voor de tweede wereldoorlog een zeldzaamheid waren, enz. Niets is dus minder waar. Vandaag ontmoette Björn Van Hove, Bert Ruymbeek en ikzelf Pieterke uit Bornem. 73 jaar oud, begaafd clarinettist die de stiel leerde van zijn vader, die op zijn beurt de stiel leerde van zijn vader, enz. De foto hierboven laat het orkestje van zijn grootvader zien. Er bestaat een gelijkaardige foto van het orkest van zijn vader en één van hemzelf in een gelijkaardig orkest. Hijzelf speelde alleen op de teerfeesten van harmonies in Klein Brabant en op plaatselijke huwelijken. Enkel op verzoek, omdat hij zo'n goede muzikant was en altijd tegen betaling. Hij speelt ook vandaag nog zijn volledige repertoire uit het blote hoofd met versieringen en tweede stemmen en al: polka's, schottischen, walsen, Kolom, Jan Smit, Lanciers Kadril, Schuif Onderdoor, enz. Volledig traditioneel repertoire dus, van een traditionele muzikant. Het was een sublieme ontmoeting. Eén uit het miljoen. Een klassemuzikant op leeftijd die perfect de brug kan vormen tussen de oude generatie en huidige balfolkmuzikanten. Heerlijk!