dinsdag 4 augustus 2009

Over wat een Jazzke is

Toen Björn van Hove en ikzelf in opdracht de Fanteyfare recent het stadsarchief in Sint-Niklaas indoken op zoek naar bruikbaar materiaal over danstradities, stootten we onverwachts op pakken lijsten met caféinstrumenten. Blijkbaar werd op mechanische caféinstrumenten een aparte belasting geheven tijdens de jaren van het interbellum. Het feyne aan die lijstjes is dat ze natuurlijk een gedroomd en systematisch overzicht bieden van in welke cafés tijdens die jaren tingeltangels, draaiorgels en pick-ups stonden. Je kunt aan de hand van deze lijstjes de opkomst van de radio volgen en dergelijke meer. Eén type instrument intrigeerde ons van bij het begin. Het werd in de lijsten gewoon "Jazz" genoemd. De term duikt voor het eerst op vanaf het jaar 1931. Dat het dus niet om een jazzcombo met muzikanten ging, was meteen duidelijk. De taks gold immers alleen op mechanische muziekinstrumenten. In gedachten doemde het beeld van het Decaporgel in Café Beveren in Antwerpen op als ultiem beeld. Tot een kenner als Björn Isebaert me erop wees dat dergelijke instrumenten pas na de tweede wereldoorlog werden vervaardigd. Björn Isebaert gaf vervolgens een gouden tip. Of het niet zou kunnen dat het ging om zo'n jazz-automaat zoals die tijdens de jaren '30 in vooral Frankrijk populair waren. Hij stuurde me een link door naar een prachtig gedocumenteeerde website van de Franse verzamelaar Michel Nallino en deed vervolgens een suggestie ivm een lokale bouwer. Gentenaar Pierre Eich zou zich in die jaren een internationale reputatie bijeen hebben gebouwd met superieure jazz-automaten. Op youtube kun je trouwens een paar andere instrumenten en arrangementen van zijn hand beluisteren. Ze klinken alvast indrukwekkend. Interessant is nog even na te denken over wat de term jazz in muzikaal opzicht dekte tijdens het interbellum in Vlaanderen. Dat het niet om onversneden Amerikaanse muziek ging, was ons al eerder duidelijk. Mensen als Albert Michiels investeerden hun leven om de geschiedenis van de vroege Belgische jazz boven te spitten en zij toonden zwart op wit aan dat Jazz vaak een heel breed spectrum besloeg in die jaren. Het één en ander werd ons ook duidelijk toen we, opnieuw voor de Fanteyfare in het archief van Koninklijke Harmonie Sinte-Cécilia te Sint-Amands aan de Schelde, een reeks partituurboekjes aantroffen onder de titel: Jazzmuziek. Inhoud: Polka, Foxtrot, Wals, Trag Fox, enz. Dansmuziek kortom. Jazzmuziek stond in die context gelijk aan lichte muziek, amusement, entertainment. Dat blijkt trouwens ook uit de speellijstjes van jazzkes die Michel Nallino terugvond aan de binnenkant van zijn instrumenten. De twee Franse stukken komen van Nallino's website, het archiefbeeld maakte ik zelf en mag van het Stadsarchief Sint-Niklaas worden gebruikt voor deze blog.

1 opmerking:

  1. Erg interessant! (Ik beschouw mezelf overigens niet als kenner ;)).
    Als ik het goed voorheb, zijn de automatische jazzkes hier in ons land eigenlijk wat later populair geworden dan in Frankrijk; vandaar dat de muziek die er hier op genoteerd werd, ook wat meer ritmischer is dan bij de oudere Franse rollen. Anderzijds zijn de instrumenten in Frankrijk toch populair gebleven: zie bv. maar de jazzkes met een pop in de vorm van bv. Tino Rossi.

    BeantwoordenVerwijderen