woensdag 30 mei 2012

Een danshistoricus in Parijs: Dag 1 - Versailles


 Tijdens ons korte verblijf in Parijs, deden we ons best om het één en ander mee te pikken. Zo voelden we ons erg aangetrokken door Versailles. Versailles. De naam alleen al galmt nog dagen na in het oor van iedere danshistoricus. De plaats waar de contradans het vaste land betrad, waar de moderne ballettraditie op academische leest geschoeid, het levenslicht zag. Om nog maar te zwijgen van de termen 'Côté Cour' en 'Côté Jardin' die vandaag nog steeds in iedere westerse theaterzaal dagelijks talloze keren weerklinken en die in deze setting hun opnieuw hun oorspronkelijke betekenis terugkrijgen... Ah! Versailles! (Een dof 'bonk' in de achtergrond weerklinkt. Een danshistoricus, overmand door emotie, valt in katzwijm).

Maar keren wij vooral terug naar de harde realiteit van het dagelijks leven. Versailles is een ramp. Ik herhaal: een ramp! Geen zinnig mens, en al zeker geen verstandig mens met enige zin voor historisch bewustzijn, wil deze gruwel van de exploitatie door massatoerisme bewust onder ogen nemen. Om te beginnen is het hele gebeuren een logistieke ramp. Wanneer je als voetganger het kasteel van op enige afstand gadeslaat... Dan zie je dus geen kasteel. Een ware "Atlantic Wall" van autobussen onttrekt het bouwsel volkomen aan het zicht. Daar doorheen lopen bovendien een paar gore stadsautstrades, zodat het plaatje min of meer oogt als een nachtmerrie voor iedere urbanist. Ondertussen krioelt het van de illegale eifeltorenventers. Wanneer men geduld heeft kan met het spannende kat en muisspel tussen lokale politie en deze arme stakkers goed gadeslaan. Men kan er warempel zelfs, mits enig geduld, een heuse massa arrestatie in 'Casablanca-style' beleven. Round up twice the usual ammount of suspects!

Het kasteel kregen we dus niet te zien (wachttijd +/-4 uur in de vlakke zon), dus togen wij in de richting van het Petit Trianon, het allerschattigste buitenverblijf van Marie-Antoinette. Allerschattigs? Gruwel, grot en kattenkwijl! Rotte blikjes vol Tonijn! Het is fascinerend en confonterend tegelijkertijd. Een heus nepdorp omgeven door romantische vijvers, wijlanden en moestuinen om voltijds gehuld in kant en zei herderinnetje in te spelen. Het doet ontegenzeglijk denken aan de ontluisterende beelden van bestormde dictatorparadijzen in het Midden-Oosten. Luisten en luxe voor enkelen, wreedheid en uitbuiting voor 'de rest'. Geen wonder dat de Franse revolutionairen uit 1789 hardvochtig waren. Het cynisme dat er vanaf straalt doet ook vandaag nog kokhalzen.


Maar goed dat ze zo iets bewaren. Als historisch teken aan de wand dan. Een beetje zoals Auswitz of zo. Hoewel: nu we het hebben over bewaren. Versailles wordt helemaal niet bewaard. Trianon ging in 2008 een jaar dicht voor een grondige restauratie. Totale kost 2.3 miljoen Euro. Gul gesponsord door Bréguet, het horlogemerk dat één van de horloge's aan Marie - Antoinette schonk voor ze een kopje kleiner werd gemaakt en vandaag een merk als een andere uit de Swatch stal. Romantisch getint kapitalisme wellicht? Terugdenken aan betere tijden? Bij dergelijke bedragen hoor ik mezelf denken: klimaatregeling, raamfolie à 95% UV en Infrarood, enz. Niets van dat alles. Schilderijen in de vlakke zon opgehangen tegenover een raam pal op het zuiden, lagen stof en bagger op elk ornament, open ramen en deuren de klok rond, integrale keukeninrichting in het gebouw zelf om de cafétaria uitbater te behagen, enz. Zum kotzen. Geen enkel respect voor de site, noch het interieur. In de tuinen is het mogelijks nog erger. Daar staan de originele marmeren beelden uit het einde van de 17de eeuw gewoon kapot te gaan in weer en wind. Puik zou ik zeggen. Over 15 jaar is Versailles niet meer dan een verre herinnering uit de film. Werelderfgoed? Iemand?

dinsdag 15 mei 2012

Paris here we come!


Over enkel dagen vertekken we naar Parijs voor een stadstripje van enkele dagen. Het toeval wil dat ik al enkele weken zoet ben met de dagboeken van Stendhal uit de periode 1804 - 1818. Ze bieden een vaak fascinerende inkijk in het in dagelijkse leven van een jonge man met artistieke pretenties in Parijs. Hij bezoekt het theater vrijwel dagelijks en becommentarieerd de stukken die hij ziet, de boeken die hij verslindt, etc. Kortom hij eet, drinkt, slaapt,vrijt, enz. zoals iedere jonge man van zijn leeftijd dat zou doen. Het is alleen hoogst merkwaardig hoe modern hij zelfs in een nederig genre als het dagboek na al die jaren blijft. Stendhal blijft boeien, ook na meer dan twee eeuwen. De frishei
d van zijn stijl en zijn gave om met twee halve zinnen een personnage neer te zetten zijn onweerstaanbaar.

Lees even over zijn schouder mee hoe hij een bal beschrijft in intieme kring. Ik geef slechts enkele fragmenten weer van het hele "réçit":

Fête donnée par Ariane lundi, 4 germinal an XIII [25 mars 1805]

 Over een moeder die haar dochter op een bal in de etalage zet:

...Lorsque Basset dansait avec Mlle Amalric, M. de Parny lui dit en lui touchant les épaules:"Tenez-vous donc droite." Lorsqu'elle dansait, se mère la tirait à chaque instant par sa robe, ou pour l'embarasser, ou pour arranger sa toilette, ou pour lui dire quelque chose tout bas. Lorsqu'elles se parlaient assises l'une à côté de l'autre, sa mère lui poussait la joue pour la mettre en face du public...


De gastvrouwe,  Catherine-Joséphine Duchesnois, dit Ariane

Over een getalenteerd danser en het belang van goed te kunnen dansen:

...On se remit à danser. Duport dansa la gavotte avec la petite fille dont nous avons parlé. Il avait danséauparavant la contredanse avec Amalric Contat, sans faire aucun pas en masse. Il en fit cependant deux ou trois, soit dans la contredanse, soit dans la gavotte, qui furent le comble de la grâce. Il fut sublime  de grâce, il fut exactement ce que doit être un grand talent dans la société...

 Louis Antoine Duport (1781 - 1853)

En het gevaar om vernederd te worden wanneer je dat specifieke talent, ook al ben je actrice en gastvrouwe, blijkbaar niet in voldoende mate bezit:

...Mlle Duchesnois sautait en valsant, Valance s'avance au milieu de la salle et, la prenant par le bras, lui dit:"Mais vous voulez vous tuer, ne sautez donc pas comme cela!". Mlle Duchesnois lui répondit:"Mais si cela me faisait mail, je ne le ferait pas."Et de sauter. Son air froid m'a choqué toute la soirée. Il paraît qu'il l'aime beaucoup. Il a prié Basset de ne pas la faire danser, lui disant qu'il fallait ménager les talents...

 Jean-Baptiste Cyrus Adélaïde de Timbrune de Thiembronne, vicomte puis comte de Valence, dit Valence




zaterdag 5 mei 2012

Cursus 18de-eeuwse contradans in Hingene


Deze week kreeg ik het volgende berichtje van Koen De Vlieger - De Wilde, de dansante conservator van het Kasteel van Hingene in mijn mailbox:

Goedemiddag,

Met dit bericht wil ik jullie alvast enkele data doorgeven van activiteiten die Stichting Klassieke Dans dit najaar zal organiseren in het kasteel d’Ursel.

De volgende cursusreeks met 18de-eeuwse contredansen is gepland op zaterdagen 22 september, 20 oktober en 17 november 2012, telkens van 10 tot 17 uur.

De aangeleerde dansen kunnen ook dienen als voorbereiding voor de Winterbals. Die komen er weer aan op 8 én 15 december 2012, telkens vanaf 20 uur.

De verdere details moeten nog worden uitgewerkt, maar inschrijven is nu al mogelijk bij Johan Goessens van Stichting Klassieke Dans (johan.goessens@stichtingklassiekedans.be of 0498 36 61 71).

Jullie zijn uiteraard van harte welkom!

Met vriendelijke groet,

Koen


Allen daar heen zou ik zeggen!!!


Afbeelding: met dank aan de fantastische textielkunstenaars van La Machine à Recoudre le Temps.

dinsdag 1 mei 2012

Was er wel een dansorkest op de Titanic?


Eén van de populairdere mythes over de Titanic gaat over het orkest van het schip dat zou hebben doorgespeeld terwijl het schip zonk. Als je weet dat het gevaarte slechts twee-en-een-half uur na de aanvaring met de noodlottige ijsberg alreeds in een hoek van 45 graden de dieperik inging kun je je daarbij wel wat vragen stellen. Om te beginnen: hoe houd je je als muzikant staande op een zinkend schip terwijl honderden mensen zich op de reddingsboten storten?


Bovendien, zo blijkt waren er niet één, maar twee orkesten op het schip aanwezig, beiden onder de kundige leiding van de - met dank aan zijn tragisch overlijden tijdens de ramp - wereldberoemd geworden Wallace Hartley. Er was een quintet dat tijdens de maaltijden van de eerste klasse-passagiers speelde en daarnaast een strijktrio dat in de receptiezaal naast de 'Café Parisien' de passagiers verwelkomde. Er was iets heel ergs (excusez le mot) 'fishy' aan het hele muzikantenbestaan aan boord van oceaanstomers. De muzikanten werden namelijk via een agentschap verhuurd voor dit soort werk. C.W. & F.N. Black uit Liverpool had namelijk een deal met de grootste rederijen, waardoor zij exclusief de muzikanten mochten aanleveren. Het resultaat was dat deze laatsten de pineut werden, zich hun loon door de neus geboord wisten en voortaan een fractie verdienden van wat ze normaal kregen. Dat op dergelijke schepen top-muzikanten actief waren, kunnen we bij deze dus ook al naar het rijk der fabeltjes verwijzen. Geen enkele top-act zou het zich in zijn hoofd halen om voor een aalmoes op een schip te spelen.


Maar Wallace's bands bestonden wel degelijk: Roger Marie Bricoux, John Frederick Preston Clarke, John Wesley Woodward, George Alexandre Krins, Theodore Ronald Brailey, John Law Hume en Percy Cornelius Taylor kwamen allemaal om tijdens de ramp. Daardoor waren overigens de enige betrouwbare ooggetuigen helaas de pijp uit nog voor de ramp voorbij was en kon de mythevorming het overnemen van de waarheid. Zoals uit deze herdenkingsplaat die in Philharmonic Hall in Liverpool hangt, valt op te maken, bevond zich naast de Engelse muzikanten ook een Franse Cellist en merkwaardig genoeg ook een Belg - Alexandre Krins uit Luik in het gezelfschap. Het curriculum van Krins is overigens illustratief voor de hele band: klassiek geschoold, vooral ervaring in strijkjes die actief waren in hotels, enz. Kortom: vooral degelijk en weinig spectaculair. Zeker geen top-muzikant en niets dat wijst op vertrouwdheid met 'lichte muziek' of variété.


Dit indachtig is het dubbel zo merkwaardige dat de bandleden op de avond van de ramp voor het eerste als één orkest zouden hebben gespeeld.  Wetende dat dit soort orkestjes meestal van bladmuziek afhankelijk waren, moet dat geen sinecure geweest zijn. Andere mythevorming betreft het repertoire dat de band ten gehore zou hebben gebracht: Alexander's Ragtime Band (Irving Berlin - 1911), In the Shadows, Song d'Automne zijn titels die circuleren op het net.  In het algemeen dus een beetje vreemd repertoire - vooral de ragtimes - gezien het  feit dat het orkest bestond uit klassiek geschoolde muzikanten zonder aantoonbaar verleden in de variété, waar deze nummers uiteindelijk vandaan kwamen.

En dan het allerlaatste nummer. Dat zou het tragische 'Nearer, My God, To Thee' zijn geweest, een dodenmars die ook op Wallace's begrafenis werd gespeeld. Een dodenmars op een zinkend schip? Dat klinkt een beetje als een carnavalsnummer op een begrafenis. Ongepast. Ongehoord in feite. Vooral omdat we weten dat zowel een Amerikaanse als een Engelse passagier achteraf beweerden dit nummer te hebben gehoord. Terwijl het aan beide kanten van de oceaan telkens om een andere meldodie gaat die voor deze hymne wordt gebruikt. Mensen horen dus wat ze denken te horen en wellicht niet wat er gespeeld werd. Als er al werd gespeeld. 

En dan zijn er nog minder mooie flarden van mythes zoals het verhaal dat het agentschap C.W & F.N Black de kost voor het uniform wilde verhalen op de nabestaanden van John Hume met het volgende bevreemdende kattebelletje dat op het net circuleert:


Dear Sir:

We shall be obliged if you will remit to us the sum of 5s. 4d., which is owning to us as per enclosed statement. We shall also be obliged if you will settle the enclosed uniform account.

Yours faithfully,
C.W. & F. N. Black

Voor wat het waard is natuurlijk.