vrijdag 29 juli 2011

Reisdagboek van een danshistoricus - Deel 5


Gezien het belang van bals en de danszaal in Helsingor, blijven we voor één aflevering nog in het befaamde kasteel. Want wat zag ons lodderig oog enkele koninklijke slaapkamers verder? Bovenstaand wandtapijt is een 18de eeuwse Franse creatie en toont een toneel scène met een koorddansers, enkele exotische dieren en een Scaramouche achtige figuur. Onze goede vriend google trof hetzelfde wandtapijt en verschijdene verwante tapijten aan eveneens uit Kronborg. Ze zouden van de hand van Jean Behagle zijn geweest. Ofwel bestaat er verwarring tussen de voornamen, ofwel is hij de in Frankrijk gebleven zoon van Filip Behagel, een oudenaardse tapijtwever die op het einde van de 17de eeuw in de Beauvais een atelier stichtte wegens zijn uitstekende contacten aan het hof van Louis XIV.

Het toeval wil nu dat ik momenteel het razend interessante doctoraat van Timothy De Paepe aan het doornemen ben. Ik ben net in het deel aanbeland waar hij het uitgebreid heeft over het spanningsveld tussen volks theater en Opera instellingen. Foortheater en Opera bleken niet goed te mixen in het Antwerpen de eerste helft van de 18de eeuw. Gescheiden circuits zoals dat heet. Deze voorstelling, die toch ook voor een kasteel was bedoeld en er nog steeds hangt, doet me daar toch weer even aan twijfelen. Wordt ongetwijfeld vervolgd.

donderdag 21 juli 2011

Feest in de Keet: Spiegeltentenbal

Aanstaande vrijdag 22 en zaterdag 23 kunnen liefhebbers van het meer authentieke bal terecht in het plaatsje Incourt vlak bij Leuven. Daar vindt namelijk het jaarlijkse bal van de wijkfeesten van de wijk Longpré plaats in een heuse spiegeltent en op de tonen van een draaiorgel. Afspraak vanaf 20u in de Rue du Chène te Incourt. (foto www.spiegeltent.com)

vrijdag 15 juli 2011

Over danslindes enzo


Danslinde. Het woord alleen al. Ik had er, moet ik eerlijkheidshalve bekennen, ook nog nooit van gehoord. Tot ik een weekje terug een erfgoedkrantje van mijn collega's uit Aalst onder de neus geschoven kreeg. In Aalst plant men een kersverse 'etagelinde' aan in het Astridpark. Boombeheerders Geert Rohaert en Bart Backaert ontdekten deze vorm van leilinde tijdens een reis door Duitsland. Daar werden dergelijke lindes als danszaal 'in het groen' ingericht zoals uit dit omstandig wikipedia artikel mag blijken. De oude danslinde van Peesten draagt helemaal mijn hart weg. Een elegante stenen trap leidt de dansers naar de kruin, waar een danszaal van maar liefst 80 vierkante meter op hen wacht, door lover omkraagd. Maar ook in Westerlo, waar heel wat volksdanstradities werden opgetekend, blijkt men over een immense etagelinde te beschikken. Of er ooit onder of in werd gedanst, weet ik niet. Het is zo'n leuk idee dat een Fransman begonnen is met een heuse Europese website over het onderwerp, precies om als inspiratie te dienen en er zelf ééntje te planten. Als mijn tuin groter was, begon ik er onmiddellijk aan. Afspraak op het linde bal over 100 jaar.

maandag 11 juli 2011

Reisdagboek van een danshistoricus - Deel 4


De grootste shock krijg je als je plots beseft op een historische plek te staan, zonder dat je dat op voorhand wist. Dat overkwam me in Helsingor -Elsinor voor de vrienden - het kasteel waar Hamlet van Shakespeare zich afspeelt. "The Tragical History of Hamlet, Prince of Denmark" speelt zich voor een goed gedeelte af in een mythische kasteel, waarvan ik dacht dat het gewoonweg niet bestond. Tot ik er op een dag gewoon binnenwandelde. Het was me al opgevallen van op de fiets, zo in het landschap, onderweg naar de jeugdherberg van Helsingor, het meest noordelijke plaatsje van Seeland, vlakbij Zweden.

Het zit 'm namelijk zo. Mijn lief en ik beloofden elkaar twee jaar geleden tijdens het meest duistere uur van ons samenzijn, om ooit, als het er op een dag, ooit, ooit, van zou komen, helemaal naar Zweden te fietsen. En zo kwamen we aan op een mooie avond in Helsingor aan met de fiets. De volgende dag zouden we de boot nemen naar de overkant om deze belofte - wat zeg ik- dure eed, aan ons zelf, na te komen.

Maar niet voordat we dus een heuse cultuurschok zouden beleven ten kastele Elsinor. Nomen est omen en een naam komt altijd uit. Het bouwsel heette oorspronkelijk "de haak" en werd door koning Erik van Pommeren gebouwd op de smalste zee-engte tussen Zweden en Denemarken. 4 kilometer scheiden Denemarken en Zweden van elkaar op die plaats, ongeveer de afstand die een kruit-kanon kon overbruggen anno 1400 en zoveel. Het was heel eenvoudig. Iedereen die er langs wilde zou betalen of ging de dieperik in, naar de haaien, gekelderd. Nu moet je weten dat de drukste zeevaartroute in die tijd langs daar liep. Geen Antwerps, Brussels of andere Noord-West Europees gebouw die naam waardig kon tussen 1450 en 1650 zonder de legendarische Baltische eik worden gebouwd. Onze eigen bossen waren immers leeggekapt door de groei van onze middeleeuwse steden. Baltische eik leverde balken van 1m X 1m X 7,5 m kernhout, de breedste overkraging in hout van dat moment.

Het spreekt voor zich dat als je voor elke balk die langs Helsingor passeerde baar goud kon eisen - Erik de Deen bezat beide oevers - dat je dan steen en steen rijk werd. En zo geschiedde. Het kasteel dat er in 1585 door Frederik II werd gebouwd is veruit het grootste en magnifiekste renaissance kasteel van Europa. It's a blast. Je moet het gezien hebben om het te geloven. En raad eens wat de grootste zaal van het kasteel was? De danszaal natuurlijk. We draaiden er samen een bescheiden walsje tussen de horden Japanse, Duitse, Belgische en Braziliaanse toeristen. Maar als het een danszaal was: waar is dan de dansmuziek van welleer? Vermoedelijk in Zweden, aangezien het in 1658 door de Zweden werd geplunderd en veel kunstwerken door Zweedse edelen werden meegevoerd. Maar dat is een ander verhaal...

donderdag 7 juli 2011

Cannamella site online

De afgelopen dagen hard gewerkt aan een nieuwe site voor Cannamella, een ensemble gespecialiseerd in oude muziek van de 17de en 18de eeuw. Ensembleleider is Aline Hopchet die ook Les Pantalons onder haar hoede heeft, waarvoor we al eerder een site op het net plaatsen. Wie de band live wil meemaken kan dat aanstaande zaterdag op Brossella Folkfestival in de schaduw van het Brusselse Atomium. De band staat aangekondigt om 17u35 op het intieme theaterpodium. De band stelt er haar nieuwe CD voor 'Ik ben getrouwd met een kwaaie griet dat als ondertitel 'Lied en leed in de Brusselse liederen uit de 17de eeuw' draagt. De CD maakt deel uit van een dubbel project met het folkensemble Emballage Kado & Fanfaar en is uit bij het Davidsfonds. Het is festival is gratis.

zondag 3 juli 2011

Reisdagboek van een danshistoricus - Deel 3


Eenmaal bezocht ik Kopenhagen, hoofdstad van het voormalige Deense rijk. Het contrast met de provincie kan niet groter zijn. Zelfs Frankrijk kent een minder centralistisch bestuur dan Denemarken. Elke hippe kip van het land woont en werkt er. Gezellig samen in een stadje zo groot als pakweg Antwerpen. Alleen kun je er ongeveer geen donder beginnen omdat de prijzen er zo astronomisch hoog liggen. Bovendien werd de mythe als zouden Denen gediciplineerde en goed georganiseerde burgers zijn, meteen ontkracht door een street rave waarin we terecht kwamen. Denk aan Laundry Day in het voornoemde A, maar dan zonder voldoende piscijnen, afvalbakken en blauw op straat. Resultaat: de hele stad ondergezeken, een immens glastapijt met daartussen een massa zatte en uitsluitend blanke Denen die van een barslecht feestje toch nog iets poogden te maken. Maar ja, als je eerst een liter gin per kop binnenslaat wordt het natuurlijk moeilijk. Collectieve binge drinking laat zich slecht verteren ook al heb je zelf al wat op.

Maar wat kwamen we onderweg tegen? Toch niet een echt Tivoli Park zeker! Les Jardins Tivoli, genoemd naar het Romeinse buiten, waar rijke patriciërs hun lustoorden bouwden, werden in Parijs opgericht in 1766, door Simon - Gabriël Boutin, de 'fermier général' van Louis XV (als we deze studie mogen geloven ten minste) De tuin heette toen nog niet zo. De naam kwam er pas na de Franse revolutie. Tivoli was een pretpark 'avant la lettre' met bals als één van de 'pôles d'attraction' bij uitstek. Maar zelfs toen was er al een reuzenrad en een soort achtbaan, kortom ook een soort voorloper van wat we later de kermis zouden noemen. In 1810 wordt een tweede Tivoli geopend maar ca 1830 gaan de zaken defintief op de fles. Niet zonder de naam Tivoli een wereldreputatie te hebben bezorgd. Later in de 19de eeuw wordt het zelfs een heuse 'franchise' en dragen wereldwijd pretparken, restaurants, balzalen en zelfs nog cinema's de magische naam. In K. wordt het huidige park in 1843 geopend. Het is daarmee één van de oudste pretparken ter wereld die nog steeds in bedrijf zijn. Dit prachtige beeld werd in 1922 vanuit een luchtballon genomen.